Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) is een van de meest vooraanstaande onderzoeksinstituten ter wereld op het terrein van de sociale geschiedenis, zowel in het wetenschappelijk onderzoek als in het verzamelen en beheren van een unieke internationale collectie archieven. Dit boek onderzoekt de geschiedenis van het Instituut van 1935 tot 1989. Centraal staat de ontwikkeling van het Instituut in de richting van een steeds sterkere professionalisering. Een ontwikkeling in wisselwerking met een driehoek van externe invloeden: de politieke en maatschappelijke context
de ontwikkeling van sociale geschiedenis als academische discipline
en het institutionele en bestuurlijke kader. Het is het verhaal van betrokken historici en activisten, die het erfgoed van en uit de arbeidersbeweging en andere emancipatiebewegingen wilden veiligstellen en voor onderzoek beschikbaar maken. Het boek neemt de lezer mee naar spectaculaire reddingsacties van archieven en bibliotheken die bedreigd waren door de opkomst van Hitler, de ineenstorting van het IISG tijdens de bezetting, en de wonderbaarlijke terugkeer van de meeste collecties na de oorlog. Tijdens de wederopbouw volgde een zoektocht naar een plaats in de academische infrastructuur. Intern raakte het Instituut ontregeld tijdens de roerige jaren zestig en zeventig. In de jaren tachtig vond het IISG de weg naar verdere professionalisering zonder zijn oorspronkelijke bestaansrecht en drijfveren uit het oog te verliezen.