De gesproken taal komt vóór de geschreven taal, zowel bij het taallerende kind als in de geschiedenis van de mensheid. De homo loquens was er eerst, pas veel later werd hij ook homo scribens. Daarom beschouwt de taalwetenschap de gesproken taal ook als haar primaire object van onderzoek. We, de taalgebruiker maar ook de taalwetenschapper, zijn echter zo vertrouwd met de geschreven taal, dat we de gesproken taal steeds waarnemen door de bril van die geschreven taal. Dat heeft tot gevolg dat we allerlei kenmerken van de geschreven taal op de gesproken taal projecteren. Zo zouden letters corresponderen met afzonderlijke klanken en zouden zinnen gedachten uitdrukken. In dit boek worden vraagtekens geplaatst bij deze aannames die we voor 'natuurlijk' houden maar die in feite 'cultuurlijk' zijn. Het boek laat ook zien hoe onze visie op het ontstaan van het schrift en op het proces van leren lezen en schrijven door de schriftelijke bril gekleurd wordt. Dat maakt dit boek tegelijk een kritische reflectie op de taalwetenschap en haar geschiedenis. Dutch and Flemish language
Philosophy
Psychology