Alles in de kunst is in beweging. Tegelijkertijd lijkt met het eind van de avantgarde de grote stilstand te zijn ingetreden. Het veelbesproken einde van de kunst en het postmodernisme roepen veel twijfels op. In dit helder geschreven betoog onderzoekt de auteur een begrip dat door de tot cliche geworden afschaffing van de Grote Verhalen onzichtbaar is geworden: het vooruitgangsidee. Hij laat zien hoe dat idee in de achttiende eeuw opkomt, allesbepalend is tijdens de avantgarde en met het eind van de avantgarde ten onder gaat. Maarten Doorman pleit voor een kritische herwaardering van vooruitgangsbegrippen om de als zorgeloosheid vermomde vrijblijvendheid van het postmodernisme het hoofd te bieden. Arthur Danto: The end of art does not entail that there has not been genuine progress in the philosophy of art. Maarten Doorman's challenging and valuable study contributes to that progress, whether or not progress in art itself remains, as he argues, a tenable idea.In this challenging and erudite philosophical essay, the author argues that in art, belief in progress is still relevant, if not essential. The radical freedoms of postmodernism have had a crippling effect on art - more than ever before, art is in danger of becoming meaningless. Art can only acquire meaning through context, and the concept of progress is ideal as the primary criterion for establishing that context. History of art can be seen as a process of constant accumulation. Works of art comment on each other, enriching each other's meanings. These complex interrelationships lead to progress in both the sensibility of the observer and the significance of the works of art.