Steeds vaker kunnen oude Hollywoodfilms, een rustige 16mm film of juist een bombastische multi-screen vertoning in een kunstgalerie of museum bekeken worden. Na jaren een sluimerend bestaan geleid te hebben in de marge van de kunstwereld, waar vroeger alleen ruimte was voor de experimentele of avant-garde film, is filmcultuur de afgelopen 20 jaar geaccepteerd als een volwaardige kunstuiting. De auteur van deze boeiende studie geeft in deze publicatie een overzicht van de ontstaansgeschiedenis van deze tendens, de bepalende kenmerken, en wat de gevolgen zijn voor zowel de kunst als de bioscoop. Door te kijken naar de hedendaagse kunstgeschiedenis krijgt de lezer inzicht in wat film was en is, en welke betekenis hij in zijn digitale toekomst zal hebben. Whether it involves remaking an old Hollywood movie, projecting a quiet 16mm film, or constructing a bombastic multi-screen environment, cinema now takes place not just in the movie theatre and the home, but also in the art gallery and the museum. The author of this engaging study takes stock of this development, offering an in-depth inquiry into its genesis, its defining features, and the ramifications it has for art and cinema alike. Through the lens of contemporary art history, she examines cinema studies' great disciplinary obsession - namely, what cinema was, is, and will become in a digital future.