Het Nederlandse politieke landschap werd van oudsher gedomineerd door drie stromingen: christendemocraten, liberalen en sociaaldemocraten. Lange tijd toonden verkiezingsuitslagen een hoge mate van continuïteit. Daar kwam aan het eind van de jaren zestig van de 20e eeuw verandering in. Vanaf 1994 zette deze ontwikkeling door en sindsdien laten verkiezingen steeds grote verschuivingen zien. Met de opkomst van populistische stromingen, vanaf 2002, is bovendien het politieke landschap ingrijpend veranderd. De snelle veranderingen in het partijenspectrum zorgen voor een overbelichting van de verschillen tussen 'toen' en 'nu'. Bij oppervlakkige beschouwing staat de instabiliteit van vandaag tegenover de gestolde onbeweeglijkheid van het verleden. Een dergelijk beeld is echter een versimpeling, want ook in vroeger jaren konden de politieke spanningen hoog oplopen en kwamen kabinetten regelmatig voortijdig ten val. Er is niet alleen sprake van discontinuïteit, maar ook wel degelijk van een doorgaande lijn. 'Een versplinterd landschap' belicht deze historische lijn voor alle politieke partijen die in 2017 in de Tweede Kamer zijn gekozen. De oudste daarvan bestaat al bijna honderd jaar (SGP), de jongste partijen (DENK en FvD) zijn nagelnieuw. Vrijwel alle bijdragen zijn geschreven door vertegenwoordigers van de wetenschappelijke bureaus van de partijen, waardoor een unieke invalshoek is ontstaan: wetenschappelijke distantie gecombineerd met een beschouwing van 'binnenuit'.