De aansluiting in de maatschappelijke dienstverlening (welzijn, volkshuisvesting, zorg, arbeidsvoorziening en onderwijs) tussen professionals, instellingen, cliënten en overheid functioneert niet goed. De dienstverlening komt daardoor in de knel. De beknelling wordt versterkt doordat de huidige politieke en wetenschappelijke debat over de maatschappelijke dienstverlening wordt gedomineerd door vragen die als 'dichotomieën' zijn geformuleerd. Moeten de sectoren worden gerekend tot de staat of tot de markt? Ligt de verantwoordelijkheid voor de dienstverlening in de instellingen bij het management of bij de professionals? En moet in de vragen van de cliënten worden voorzien door vraagsturing of juist door aanbodsturing? Deze dichotomieën doen geen recht aan de veelzijdigheid van de maatschappelijke dienstverlening. In deze verkenning wordt daarom een alternatieve benaderingswijze toegepast. Door een onderscheid te maken tussen institutionele logica, de provisielogica en de vraaglogica van de dienstverlening wordt getracht een beter zicht te krijgen op de problemen die spelen in de vijf bovengenoemde sectoren. Political Science