De geschiedenis van vorsten en vorstinnen heeft altijd tot de verbeelding gesproken van het brede publiek. Ook in de klassieke politieke geschiedenis heeft dit thema een belangrijke plaats. De auteurs van dit boek benaderen echter het verband tussen verbeelding en autoriteit van de monarchie vanuit een cultuurhistorische invalshoek. De aandacht gaat uit naar de uiteenlopende vertogen die vanaf de middeleeuwen zijn ontplooid voor zowel de symbolische constructie als voor de subversie van de koninklijke macht in West-Europa. De geschiedenis van de monarchie blijkt geen lineaire geschiedenis van sacralisering naar ontluistering te zijn. Doorheen de premoderne, moderne en postmoderne tijd blijven de mystificatie en demystificatie van de monarch onlosmakelijk verstrengeld. Met bijdragen van: Alain Boureau, Gita Deneckere, Jeroen Deploige, Maarten Van Ginderachter, Lisa Jane Graham, Maria Grever, Marc Jacobs, Gilles Lecuppre, Elodie Lecuppre-Desjardin, Jaap van Osta, Jürgen Pieters, Alexander Roose, Kevin Sharpe, Henk te VeldeThe history of kings and queens has always appealed to popular imagery. Monarchy is also a central theme to classic surveys of political history. The present volume approaches the relation between imagery and authority of the monarchy from a cultural historical angle. The authors focus on the different discourses produced since the Middle Ages aiming at the symbolic construction of royal power in Western Europe, as well as at its subversion. The history of monarchy is not a linear process from sacralization to banalization. Throughout premodern, modern and postmodern times, the mystification and demystification of the monarch remain inextricably intertwined.