De Nederlandse Opstand wordt gewoonlijk beschreven als een aaneenschakeling van politieke polarisering, religieuze radicalisering en militaire mobilisering. Toch vonden tot 1581 telkens opnieuw verzoeningspogingen plaats om deze escalatie te vermijden. Daarbij probeerden zowel edellieden als koninklijke en keizerlijke vertegenwoordigers het conflict op diplomatieke en verzoenende wijze te beslechten. Deze studie gaat over deze vredehandel. Welke verzoeningspogingen werden ondernomen? Waarom werden die telkens opnieuw ondernomen? En vooral, in welke mate konden deze toenaderingspogingen succes boeken? Op basis van archivalische en gedrukte bronnen brengt dit boek de redenen, modaliteiten en mogelijkheden van de vredesonderhandelingen tijdens de beginjaren van de Opstand in kaart. Vanuit de raak- en breekpunten tussen adellijke en Habsburgse verzoeningspogingen werpt dit boek een nieuw licht op de vraag waarom de onderhandelde hereniging met Filips II gedeeltelijk plaatsvond in 1579-1580 en zo een bijkomend motief creëerde voor het Plakkaat van Verlatinge in 1581. History, geography, and auxiliary disciplines