Dit boek beschrijft hoe hiv/aids onderdeel werd van het leven van de bevolking van het bergachtige Okhahlamba in de Zuid-Afrikaanse provincie KwaZulu-Natal. In deze verhelderende studie laat Henderson zien welke gevolgen de ziekte had - en nog steeds heeft - voor volwassenen en kinderen en op welke verschillende manieren men antwoord probeerde te geven op de verwoestende aanwezigheid van hiv/aids. Het boek onderzoekt een periode (tussen 2003 en 2006) waarin anti-retrovirale middelen niet beschikbaar waren, en beschrijft het moment waarop de behandeling toegankelijk werd. Henderson besteedt aandacht aan informele zorg door familieleden en vrijwilligers in een periode waarin hiv-remmers nog niet voorhanden waren. Langdurige interactie met mensen biedt inzicht in hun dagelijks leven: het lijden, de sociale en structurele ongelijkheden, ziekte, geweld, rouw, zorg en intimiteit. Henderson laat zien wat het betekende voor de gemeenschap toen medicijnen eenmaal beschikbaar kwamen. In 2003-2006, Patricia Henderson lived in the South African province of KwaZulu-Natal where she recorded the experiences of people living with HIV/AIDS. In this illuminating study, she recounts the concerns of rural people and explores local repertoires through which illness was folded into everyday life. The book spans a period when antiretroviral medication was not available, and moves on to a time when the treatment became accessible. Hope gradually became manifest in the recovery of a number of people through antiretroviral therapies and 'the return' of bodies they could recognise as their own. This research implies that protracted interaction with people over time, offers insights into the unfolding textures of everyday life, in particular in its focus on suffering, social and structural inequality, illness, violence, mourning, sensibility, care and intimacy.