Aan de hand van voorbeelden van invloedrijke twintigste eeuwse componisten, onderzoekt Ton de Leeuw de fundamentele muzikale elementen zoals ritme, melodie, samenklank en timbre. Deze heldere analyse verschaft een breder inzicht in concepten die nooit tevoren systematisch onderzocht waren, waarbij nieuwe terminologie en definities geintroduceerd worden. Dit boek verschaft docenten, studenten en allen die betrokken zijn bij hedendaagse muziek geen historische maar een analytische benadering van twintigste eeuwse muziek. Het weerspiegelt Ton de Leeuw's diepe inzicht in het compositieproces. Aan de hand van voorbeelden van invloedrijke componisten zoals Strawinsky, Schönberg en Bartok onderzoekt de auteur de fundamentele muzikale elementen ritme, melodie, samenklank en timbre. Ook exotiek en folklore, vrije atonaliteit, dodecafonie en de periode tot 1991 komen aan bod. Door formulering van een nieuwe terminologie en definities wordt een breder inzicht verkregen in concepten die nooit tevoren systematisch onderzocht waren.Ton de Leeuw (1926-96) is probably one of the most influential composers at the crossroads between Eastern philosophy and Western technique. A one-time pupil of Olivier Messiaen's in Paris, throughout the latter years of his musical career he concentrated on the marriage of Western emphasis on action and tension, and the ethical function of music in Eastern traditions. The musical world of the twentieth century is a divided one. Numerous histories of it have been written, but few of the exceptional quality of de Leeuw's, who brought into his writing a lifetime of experience as a composer and scholar of music. His work is a lucid and impassioned discussion of the elements, structures, compositional principles and terminologies in modern music that can be regarded as most innovatory. This book is an excellent guide for anyone wishing to gain knowledge of the compositional technique and mentality, particularly university and conservatory students.